Lees hieronder de ervaring van Barry. Hij was met Alprunning mee op huttentocht in Wallis, Zwitserland.
↔️ 149 km
↗️ 9.350 D+
↘️ 10.050 D-
Voor mij zijn dit indrukwekkende cijfers. Nooit eerder heb ik dergelijke afstanden in een week afgelegd. Maar wat was dit een onwijs gaaf avontuur! Alles klopte deze week.
Het was ook mijn eerste kennismaking met Alprunning en Siebe. Alles was goed georganiseerd. Voldoende ruimte tot het stellen van vragen. Zeker ook in aanloop naar de reis. En onderweg gedraagt Siebe zich ook als onderdeel van de groep. Als gids houdt hij het overzicht en heeft hij aandacht voor de veiligheid, maar tegelijkertijd geeft hij je ook de ruimte waar het kan. Je hoeft niet steeds in iemands spoor te lopen. Vind ik wel zo fijn.
Wij gingen deze week met een klein groepje op pad. Dat zou een nadeel kunnen zijn, maar niet in deze groep. We hebben ontzettend veel plezier en lol met elkaar gehad. We hielden rekening met elkaar, we liepen met elkaar en niemand was te beroerd een ander te helpen. Voor mij heeft de sfeer in onze groep de week écht afgemaakt.
Deze tocht had voor mij werkelijk alles. Mooie groene zachte bossen in de lagere delen, tot de harde grijze rotsen op de hogere delen. Van rennen over de zandpaadjes tot ploeteren door de sneeuw. Van runnable singletracks met een mooie flow tot het scramblen op handen en voeten. Afdalen langs touwen, kabels en ladders en het rennen over een gletsjer. Bijna 150km puur genieten! Dit is voor mij echt een speeltuin en het gevoel dat je als trailrunner een echte mountainrunner wordt.
Happy trails people!
Hoe het begon…
Afgelopen zomer zat ik mij te bedenken dat ik in september nog graag een weekje de bergen in zou willen trekken. Maar wat zou ik dan willen doen? Ik vind zoveel dingen leuk. Wandelen, klimmen, klettersteigen, trailrunnen. Lekker bezig zijn in de bergen en een beetje afzien is niet erg. Een online zoektocht bracht mij uiteindelijk bij Alprunning. Daar was de reis die ik zocht; rennend door de bergen van hut naar hut waarbij de uitdagendere en technischere paden niet geschuwd worden. Klimmen via staalkabels, touwen, laddertjes en rennen over een gletsjer. Ik ben voor! De eerlijkheid gebiedt mij wel te zeggen dat de titel van deze reis mij enige terughoudendheid bracht. Expert? Zie ik mezelf als een expert? Toch wel het grootste nadeel van zoveel disciplines in de bergsport leuk vinden (en beoefenen), is wel dat ik nergens écht goed in word. Siebe wist mij echter gerust te stellen en sprak het vertrouwen uit dat mijn huidige trainingsbelasting een solide basis zou zijn voor deze “expert-reis”. Ik heb inmiddels al verschillende lange trails (40-60K) in de benen en ter voorbereiding ben ik in Zuid Limburg nog twee dagen achter elkaar 30K gaan lopen. Want ondanks de verschillende ultra’s heb ik niet eerder zoveel dagen en zoveel kilometer achter elkaar gelopen.
Op naar Zwitserland
Op het station ontmoet ik Niels. Een potige vent van mijn leeftijd en behalve dat we bij elkaar in de buurt wonen en dezelfde kapper hebben, hebben we nog iets gemeen. Een voorliefde voor bergen en trails. Het is vrijdagmiddag en we stappen op de trein richting Utrecht Centraal. Hier sluit Luc bij ons aan. Luc ken ik nog van de Xterra Brenta di Dolomiti afgelopen jaar. Lange vent en hoewel hij niet uit de buurt van Niels en mij komt, lijkt hij ook dezelfde kapper te hebben. Luc is onze Nestor. We zoeken onze plaats in de trein. Niels en Luc nestelen zich in een comfortabele stoel in de 1e klasse, terwijl ik op zoek ga naar mijn slaaprijtuig. Wanneer ik de zespersoons cougette betreed, bedenk ik mij dat dit alvast een voorproefje is van de huttenlagers komende week. Als sardientjes in een blikje draaien we met zijn zessen om elkaar heen tot ieder zijn en haar plekje op de kleine harde matrasjes gevonden heeft. Rond half 7 in de ochtend ontwaken we in Basel, Zwitserland. Niemand van ons heeft echt een geweldige nachtrust gehad, maar het lijkt dat ik als sardientje het er nog het beste van af heb weten te brengen. Heerlijk om op deze manier uren reistijd en kilometers reisafstand weg te kunnen slapen. Snel op zoek naar koffie en een brezel met raclette (ik ben immers toch in Zwitserland) en hop op de trein naar Sierre. De reis verloopt verder voorspoedig en aan het einde van de ochtend struinen we door Sierre op zoek naar een koffietentje. Koffie en cafeïne blijkt toch voor vele trailrunners een gouden combinatie. Eenmaal aan tafel ruikt ook onze gids Siebe koffie en al snel maken we ook met hem kennis. Siebe oogt sportief en fit en al bij het voorstellen zit ik me af te vragen hoelang het gaat duren voordat hij begint te zweten tijdens het lopen. 20km? 50km? Gaat hij überhaupt wel zweten? Niet veel later sluit ook onze Benjamin aan waarmee onze groep voor deze week compleet is. Een kleine vrolijke dame met een naar verhouding veel te grote duffel loopt direct op ons af. Gezien onze outfits in hysterische kleuren voorzien van bekende outdoor-merk-logo’s, kunnen we het wel vergeten om als low profile trailrunners in anonimiteit een bakkie te drinken. Marinka was al een dag eerder in Sierre aangekomen. In tegenstelling tot deze koffieleuten drinkt zij vooral thee.
Voorbereiden in Vercorin
Schommelend zitten we bij Siebe in zijn camper. Onderweg naar Vercorin. We rijden de bergen in en zo gaat het avontuur echt beginnen. In het bergdorpje komen we uit bij een mooi hotel op een heerlijke plek. Je ademt de uitzichten in en het hotel heeft zelfs een restaurant wat met de uitzichten aanvoelt als een groot panorama. De rest van de dag zijn we nog ‘vrij’. Als er iets is wat we allemaal wel weten (en wat anders deze week meermaals door Marinka bevestigd wordt), is dat trailrunners altijd honger hebben. En op mooie uitzichten en berglucht alleen kunnen we niet leven. We hebben van onze vrije tijd daarom gretig gebruik gemaakt om een bord rösti naar binnen te werken. Later in de middag heeft Siebe nog zijn ‘gidsen-praatje’ gehouden met een laatste gear check om te proberen onze laatste twijfels weg te nemen. Inmiddels had ik in het hotel al de stash gevonden van waaruit de koffie en koekjes op de kamers werden aangevuld (hebben ze dit nog op je rekening gezet Siebe?). Nu wil het echter zo zijn dat wij deze week vertroeteld zijn met dé snackbus (red: deze werd gereden door de fotograaf en is niet standard bij deze reis). Als een mobiele verzorgingspost komen we de snackbus gedurende de week tegen op verschillende punten op de route. We hebben daarmee de luxe dat we onderweg nog van kleding kunnen wisselen en kunnen happen in de grotere en volumineuzere etenswaar (worsten, wafels, M&M’s) zonder alles op je rug mee te moeten sjouwen. Maar de snackbus was een cadeautje voor ons. Een extraatje. Tijdens het avondeten ontmoeten we Daniel. Oud-marinier en met zijn baard en pakezelkwaliteiten zou hij ook niet misstaan als Sherpa. Maar Daniel bleek de man van de plaatjes te zijn (in meerdere opzichten bleek gedurende de week) en de drone piloot. Op verschillende momenten tijdens onze route zou hij aanwezig zijn voor het maken van mooie en spectaculaire videobeelden met de drone. En daarvoor mocht hij zich verplaatsen met dé snackbus. Keerzijde van dit verhaal is wel dat hij nog steeds behoorlijke kilometers en hoogtemeters af moest leggen met zijn tas van 20 kg. Hebben wij het toch makkelijker. Na de pizza, de biertjes en de thee zijn we op tijd ons bed op gaan zoeken.
Dag 1: Crêt du Midi – Cabane de Moiry
↔️ 27 km
↗️ 1.650 D+
↘️ 1.150 D-
Met toch wel enige gezonde spanning stond ik deze ochtend op. Weer opnieuw herhaalt de film zich in mijn hoofd. Heb ik alles? Ben ik niets vergeten? Misschien toch een reepje meer of minder mee nemen? Of toch die dikkere handschoenen? Voor mij is dit vaak het teken om te vertrekken. Dan kan ik het loslaten en heb ik te dealen met wat ik heb en wat er op mijn pad komt. Na het ontbijt hebben we onze dropbags in de snackbus gedropd. Die komen we later op de dag nog ergens tegen. Onze tassen met de spullen die we de komende week niet nodig hebben, laten we achter in het hotel. Deze tassen liggen over een week op ons te wachten op het station in Zermatt. Wat dat betreft is dat lekker geregeld met die Zwitserse spoorwegen.
De eerste hoogtemeters mochten we nog bewonderen vanuit de kabelbaan. Op de Crêt du Midi stapten we uit en stapten we eigenlijk al direct in een vroege-winter-wereld. De sneeuwresten op ca 2.300m hoogte verraadde dat er in de afgelopen periode toch al wel wat sneeuw is gevallen. In tegenstelling tot de Oostelijkere Alpen (waar op sommige plaatsen al meer dan 1 meter verse poeder is gevallen) hebben we het in deze regio iets gelukkiger met wat zachter weer en minder sneeuw. Sneeuw of geen sneeuw, de korte broek die kan wel aan. Na het nodige figureren voor Daniel zijn we dan echt los en gemoedelijk trailen we diep de valleien van Wallis in. Onze eerste tussenstop wordt Cabane Bec de Bosson op bijna 3.000m hoogte. Door de vele oh’s en ah’s terwijl we om ons heen kijken, merken we amper de hoogtemeters die we afleggen. Waar we het echter wel aan merken is de hoeveelheid sneeuw. Ik waande mij eerder weer terug in mijn sneeuwschoentocht afgelopen winter dan op mijn (na)zomerse trailreis! Mijn eerste sneeuwengel is mislukt, maar bovenal koud in mijn korte broek. Brrr. In de hut konden we bijtanken met küche (en daar heb ik er veel van op deze week hoor) en mocht ik apfelschörle introduceren aan Marinka. Het bonustopje (Bec de Bossons op ruim 3.100m hoogte) hebben we links laten liggen gezien de condities. We zijn trailrunners en geen alpinisten. Na onze pitstop konden we afdalen aan de zuidzijde en dat maakte dat sneeuw weer plaats begon te maken voor smurrie, modder en uiteindelijk weer de droge rots. Op enig moment kwam Lac de Moiry in zicht. Een groot stuwmeer met een prachtige blauwe kleur. Het meer heeft deze kleur te danken aan de aanwezigheid van gletsjerpuin in het meer. Hier kwam ik ogen te kort om alles in mij op te kunnen nemen. Het meer, de gletsjers, de 3000-ers. Inmiddels was ook Daniel hier aan het spelen en de drone scheerde meermaals langs ons heen en over het meer. Ook Luc kwam hier ogen tekort, wat helaas leidde tot een harde confrontatie tussen hem en het bergpad waarbij de rots aan het langste eind trok in plaats van zijn knie. Maar als een echte berggeit hobbelde hij gewoon met ons mee verder en gaf zich niet gewonnen.
Aan het einde van het meer konden we voor het eerste de snackbus plunderen en was het nog een paar kilometer naar ons eindpunt voor de dag. Cabane de Moiry. Een mooie hut gelegen op ruim 2.800m hoogte dicht bij de gletsjers. De hut bereikten we nog door een mooie stevige klim over de morene en op het laatst een steil zigzag pad door de sneeuw naar de hut. Wat een waanzinnig mooie trail hebben we gelopen vandaag! En dat zou ik deze week nog veel vaker zeggen. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit het woord ‘waanzinnig’ vaker heb gebruikt dan deze week. En qua weer? Super! Wat kouder op de hogere trails, maar verder veel heldere blauw lucht en zon.
De hut was comfortabel (voor huttenbegrippen). Een fantastische zithoek met uitzicht op de gletsjers. Veel ruimte in het lager en voorzien van een koude douche voor de vrouwen en een warme douche voor de mannen. Karma voor mijn ongeduld door in de vrouwendouche te stappen. Een goede stevige maaltijd werd geserveerd. Soep, grof gesneden groente en vlees en een eenvoudig toetje maakte het af. Hierna stonden we door onze dagelijkse invloeden van Gen-Z met zijn allen te blauwbekken op het terras in de hoop een minuscuul streepje mobiele verbinding op te vangen. Want wifi heeft de hut niet. Zou je dit heel even vergeten, dan werd je getrakteerd op een geweldig mooie zonsondergang in deze bergwereld.
Dag 2: Cabane de Moiry – Zinal
↔️ 23 km
↗️ 900 D+
↘️ 2.050 D-
Ik heb geslapen. Licht en onrustig. Maar ik heb geslapen. De meesten van ons hebben de eerste nacht boven de 2.800m wel gevoeld en niemand van ons kon dan ook in alle oprechtheid zeggen dat iemand goed heeft geslapen. Welkom in het bergleven.
Ook vandaag geen bonustopje voor ons. Wanneer de condities het toe zouden laten, dan zouden we voor het ontbijt nog de Pigné de la Lé op kunnen klimmen tot ruim 3.400m hoogte om vandaar de zon op te zien komen. Gezien de hoeveelheid sneeuw en ijs slaan we deze over. Ik kom nog wel een keer terug voor deze sunrise.
Terwijl wij binnen zitten te ontbijten zien we verderop onder de hut een aantal gemzen ons aankijken. Wreed verstoord door de drone schieten ze weg. Daniel en Siebe zijn al druk bezig met het schieten van de plaatjes.
Vandaag hebben we een mooie traverse voor de boeg met uitzicht op het stuwmeer van Moiry. Maar eerst nog even afdalen over rots, sneeuw en ijs. Ik glibber nog onderuit en waarschuw Niels dat het hier glad is. Eigenwijs dat hij is moest hij dat zo nodig ook zelf eerst ondervinden. Gelukkig luistert de rest beter naar ons en veilig en wel komen we beneden waar onze traverse begint. Aan het eind van het dal klimmen we op ca 2.800m hoogte over een pas het dal van Zinal in. Hotel Weisshorn bleek nog een goede tussenstop te zijn voor verse en warme Küche, hoewel we redelijk underdressed waren ten opzichte van deze luxe. Vriendelijk dat Niels is bood hij nog onze excuses aan voor de modderpoten die we achter hebben gelaten. De knie van Luc wilde echter niet meewerken, waarop Luc heeft besloten de kortere en gemotoriseerde route terug naar het dal te nemen. Jammer, maar moedig besluit.
Onze traverse op hoogte bracht ons verder het dal van Zinal in. Wat we allemaal gezien hebben is bijna te veel om op te noemen; blokkenterrein, een encounter met een bergmarmot, sneeuw, ijs, darth vader met ijspegels (hoewel Luke inmiddels al in de kabelbaan zat). Ook liet de Matterhorn zich voor het eerst in de verte zien. Bizar gevoel om te bedenken dat we daar dan over enkele dagen langs lopen. De alpiene omgeving begonnen we langzaam in te ruilen voor het groen. Door mooie bossen en over goede trails daalden we af naar Zinal waar een goed hotel op ons wachtte. Burgers, ballen en bier. En daarmee sloten we deze dag af.
Dag 3: Zinal – Topalihütte
↔️ 28 km
↗️ 2.600 D+
↘️ 1.600 D
Bij het opstaan voel ik de kilometers al wel in mijn lijf. Niet echt spierpijn, maar gewoon stijf en stram. Mijn Garmin heeft inmiddels de hoop op mij opgegeven, aangezien ik deze steevast negeer. Rest? Training readyness 1? Recovery 96 hours? Hoe dan?! Iets meer A.I. in mijn horloge en ik denk dat hij zichzelf gewoon uit zou schakelen.
We hebben gelukkig allemaal een betere nacht gehad, aangezien we nu op ongeveer 1.700m hoogte hebben geslapen. De knie van Luc zit echter nog steeds in protest en met het vooruitzicht van een lange dag met veel klimmen, besluit Luc vandaag over te slaan. Zijn doel is om vandaag aan te sterken, zodat hij morgen weer aan kan sluiten. Hij zal daarom ook Daniel vergezellen en naar het volgende dal verplaatsen. Na een uitgebreid ontbijt en een laatste materiaalcheck stap ik naar buiten. Hoogte, inspanning, eten doen hun werk en als een boerende baby begin ik weer te hobbelen. Helaas zonder de aanmoedigende woorden en motiverende rugklopjes van papa en mama.
Vanuit Zinal klimmen met meteen naar de Col de la Forcletta op bijna 2.900m hoogte. De groene vallei maakt hier weer plaats voor een sneeuwrijke omgeving omringd door verschillende 3000-ers. We hebben weer een prachtige afdaling de vallei in. Hier probeerde Marinka nog door een steen te lopen. En ook hier won de steen het. Na het vakkundig mummificeren van haar knie door de aanwezige EHBO-ers kon ze met een lach haar op gezicht weer verder. Een volgende klim brengt ons naar de Turtmannhütte op ruim 2.100m hoogte. Van het Franstalig deel van Zwitserland zijn we nu in het Duitstalig deel aangekomen. Voor mij wel zo prettig, aangezien mijn Frans niet verder reikt dan baguette en het linker knipperlicht op de snelweg. Lunchtijd. Inmiddels had een niet nader te noemen persoon in de groep alweer verschillende keren gezegd dat hij of zij (als ik zij zou zeggen, zou al meteen duidelijk zijn wie ik bedoel) honger had. Al stomend en dampend vindt Niels zijn weg in de warme gezelligheid van de hut. Voor CHF 80 bestellen we een ‘familiepan rösti’. Ik ga ervan uit dat we de pan ook mochten houden, maar niemand van ons had zit om deze mee te dragen.
Onze trail vervolgden we weer in terrein dat steeds alpiener begon te voelen. Het rennen werd afgewisseld door hiken (in de bergen hike je en wandel je niet) en het hiken werd afgewisseld door scramblen (beetje met handen en voeten klauteren over de rotsen). Mooie passages met staalkabels werden beloond met weergaloze uitzichten om ons heen. Had ik al gezegd wat een waanzinnig gave paadjes we hebben? Onderweg naar het hoogste punt kwamen we onze pakezel Daniel nog tegen. Deze held had inmiddels al weer 20 kg cameramateriaal de berg op gesleurd in afwachting van ons. Na het schieten van de nodige plaatjes namen we afscheid. Hij zou weer gaan afdalen en wij klimmen door naar het Schollijoch. In lijn met de overige dagen hebben we ook nu geen bonustopje. Met de huidige condities zou het niet het beste idee zijn om nog door te klimmen naar de Barrhorn op ruim 3.600m.
Maar niet getreurd, op ons wacht nog een gave en uitdagende afdaling vanaf het Schollijoch. Op ruim 3.300m hoogte het hoogste punt van deze week. Mijn klimmers-hart begon sneller te kloppen terwijl ik naar de besneeuwde touwen en kabels keek die over het randje de diepte in liepen. Voetje voor voetje, handje voor handje en goed kijken waar je vast kunt houden en kunt staan daalden we het Schollijoch af. Gebruikmakend van de kabels, touwen en laddertjes die hier geplaatst waren. Eenmaal afgedaald en op de gletsjer aangekomen was de fun nog niet voorbij. Rennend, springend en stuiterend verplaatsten we ons als blije lammetjes door de verse sneeuw op de gletsjer in een poging de zon te pakken. Siebe heeft hier nog een leuk filmpje van gemaakt. Nadat we weer vaste grond onder onze trailschoenen hadden, was het nog een paar kilometer tot de Topalihütte. Een paar kilometer blokkenterrein en rots- en grindpaadjes. Heerlijk!
Vanuit de hut hadden we een magisch uitzicht de vallei in en werden we omringd door een kudde geiten voorzien van de bel. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar het geluid van deze koeiebellen (ook als een geit deze draagt) geeft mij steeds een ultiem vakantiegevoel. Na een stevige maaltijd en met een voldaan gevoel van de dag, kropen we weer onze lakenzakken in. Een gezellig lager voor onze groep.
Dag 4: Topalihütte – Europahütte
↔️ 18 km
↗️ 1.300 D+
↘️ 1.700 D-
De tweede nacht op hoogte is mij beter afgegaan dan de eerste nacht (duh logisch toch). Maar ook vandaag voelt het lijf weer stijf en stram. Gelukkig hebben we vandaag een kortere dag. Een relaxdag zou Siebe zeggen. Een herstelloop zou Garmin hopen. Eerst een beetje rekken en strekken en dan langzaam op de paadjes in beweging komen.
De eigenlijke route was afgesloten door het slechte weer eerder dit jaar. Daarop hebben we een andere route omlaag genomen. Ik weet niet of de eigenlijke route mooier was, maar ik vond deze route al zo waanzinnig mooi. We kregen een lange downhill van bijna 1.600m hoogteverschil over prachtige paadjes! Vergezichten, rotsen, watervallen, bossen. Met brandende bovenbenen kwam ik beneden in het dal. Hier was het een aantal kilometer over de weg en vals plat omhoog naar het plaatje Herbriggen. Herstellende met bevroren aardappelblokjes zat Luc hier op ons te wachten. In de eindsprint naar het dorp was het de iPhone van Niels die de volgende aanvaring met de harde grond had. En ook deze verloor het van steen. Maar nu eerst Kaffee (oder Tee) und Küche! Hierna restte ons nog een aanval op de snackbus. Kledingsetjes werden gewisseld, wafels werden geplunderd, winegums werden verdeeld. Met de groep weer compleet, begonnen we aan de klim vanuit het dorp om boven op de berg op de Europaweg uit te komen. Een mooie lange klim door het bos bracht ons uiteindelijk weer meer op een alpien pad. De Europaweg op ruim 2.300m hoogte. In de verte zien we Zermatt liggen aan het einde van de vallei. Ons eindpunt over enkele dagen.Rennend en springend over stenen worden we beloond met een mooie traverse naar de Europahütte. Een leuke, kleine, maar gezellige hut op 2.220m.
Dit was dan een ‘relaxdag’. Maar de bovenbenen branden van de afdaling en de kuiten branden van de klim. Maar hee, als groep bewegen we allemaal nog steeds als een stel gemzen.
In de avond begint het wat te regenen. De eerste regen die we zien deze week. Onder het genot van rijst, kip en een drankje aanschouwen we de regendruppels die neerslaan op het raam vanuit de warme hut.
Dag 5: Europahütte – Mountain Lodge Ze Seewjinu
↔️ 28 km
↗️ 1.750 D+
↘️ 1.700 D-
Happy trails people! Heerlijk dat Amerikaanse enthousiasme. Hoewel ik wel heb begrepen dat Amerikanen doorgaans mijn sarcasme minder goed begrijpen. Vandaag krijgt Daniel een kleine voorsprong. Want…we gaan filmen bij de Charles Kuonen hangbrug. Enkele jaren geleden was deze met zijn bijna 500m lengte de langste hangbrug ter wereld op ruim 80m boven het ravijn.
Nadat we de brug een aantal keer overgestoken hebben, is het tijd om verder te trekken richting Zermatt. Onderweg komen we door een tunneltje door de bergwand, zien we schuilhokjes op steenslag gevaarlijk terrein en bewonderen we de fluitende marmotten en veldjes met Edelweiss. Helaas is ook hier een deel van de Europaweg afgesloten, waardoor we weer door het bos omlaag knallen naar het dal en de brandende bovenbenen blussen met een appelstrudel. Vervolgens rammen we weer omhoog de berg op terug naar de Europaweg. En boven aankomen we Amerikaanse wandelaars uit de hut tegen. Huh? Het pad was toch afgesloten? Yeah, sort of… Was de reactie die we kregen. We trailen op hoogte weer lekker door en uiteindelijk komt daar dé beroemde berg in zicht. Trots en eenzaam torent de Matterhorn hoog boven het dal uit. Om de haverklap moeten we toch weer stoppen om foto’s te maken. Inmiddels zijn we ook weer aangekomen in het skigebied van Zermatt. Maar we laten ons er niet door verstoren en genieten van de uitzichten alsof de skiliften er niet zijn. Nog even een tussenstop bij het liftstation van Blauherd. Niels ontdekt hier de uitwerking die chips en choco heeft op zijn energiedip en als een berggeit op speed geeft hij het tempo aan. Onderweg naar de Stellisee (met nog iets van 4 km te gaan tot de hut) stap ik mis op de rotsen. Een stekende pijn in mijn enkel en door mijn lijf verplicht me even te gaan zitten. Ik zwaai naar de groep en ze houden halt. Langzaam sta ik op en strompel ik richting de groep. Blijven bewegen zeg ik tegen mezelf. Op een rustig tempo wandel/dribbel ik met de groep mee en op de momenten dat de drone voor de film voorbij vliegt verbijt ik net wat meer pijn. The show must go on. Ik loop nog steeds als een gems. Maar nu een aangereden gems.
Vlak voor de hut komen we bij een mooi bergmeertje. Terwijl Siebe, Niels en Marinka een snelle ijskoude duik nemen, richten Luc en ik ons vooral op blessureherstel en het koelen van enkels en knieën in het koude water. Aangekomen in de hut, blijkt dat we deze mooie comfortabele hut geheel voor onszelf hebben. Die koude Weizen hebben we wel weer verdiend.
Dag 6: Mountain Lodge Ze Seewjinu - Zermatt
↔️ 25 km
↗️ 1.150 D+
↘️ 1.850 D-
Auw! Mijn enkel voelt pijnlijk en stijf. Voordeel is wel dat ik de rest van mijn lijf nauwelijks voel. Bij het opstaan heb ik dan ook weinig vertrouwen in de dag die komen gaat. De route van vandaag had ik al aardig bestudeerd. Ik wil dan ook eigenlijk sowieso starten. Als het niet gaat, dan zou ik na een paar kilometer het treintje bij de Riffelalp kunnen pakken. Een volgende escape zou zich weer een paar kilometer later aandienen bij de liften van Fury. Als dat goed gaat zou ik het wellicht nog kunnen redden tot onze pauzestop bij Z’mutt. Dit zou mijn laatste mogelijkheid zijn om terug te lopen naar het dal, naar Zermatt. Als ik hier door zou gaan, dan zou ik het hele rondje verder af moeten maken. Tenminste, zonder verdere inzet van Air Zermatt. Hoewel ik goed verzekerd ben en graag nog een keer een helicoptervlucht tussen de bergen maak, heeft het toch mijn voorkeur om zelf te lopen. Dus enkel tapen, paracetamol erin en gaan!
De eerste kilometers vliegen voorbij. In tegenstelling tot de andere dagen hebben we een meer runnable trail. We rennen de Matterhorn tegemoet en hoewel mijn enkel duidelijk aanwezig is lijken de bergen een positieve uitwerking te hebben. Ik denk er weinig over na en voor ik het weet zit ik aan de apfelschörle bij Z’mutt. Helaas waren we zo snel dat de Küche nog niet klaar waren. Een kleine check met Siebe over de planning en de keuze is snel gemaakt, ik ga mee het rondje afmaken! Al stijgend hebben we weer een mooie trail langs een stuwmeer richting de Arbenbach Falls. Nog één keer duiken we de vallei in. Bovenlangs hebben we weer een waanzinnig gave trail terug richting Zermatt. De uitzichten blijven geweldig.
Met de Matterhorn rechts van ons trailen we over de glooiende paadjes hoog boven de vallei. Op en top genieten dit! Nu rest ons nog een lange downhill terug naar Zermatt. Dit pad was weer wat technischer en mijn enkel vond het een goed idee om het tempo iets rustiger aan te gaan doen.
In no time verruilen we het hoog alpiene terrein voor de bossen en de harde rotsige ondergrond voor de zachte bosgrond. Niet lang daarna trailen we tussen de huisjes door en lopen we de drukte van Zermatt in. Van het ontwijken van rotsen naar het ontwijken van Aziatische toeristen. Ze zijn net zo onbeweeglijk en staan net zo vaak in de weg. Helaas is het niet maatschappelijk geaccepteerd om over de toeristen te springen, zoals we wel over de rotsen hebben gedaan…
In het centrum proosten we op ons avontuur en begint het proces van herstellen en bijkomen. Als cadeautje zitten we in een luxe hotel met zwembad, sauna, bubbelbad, etc. We hebben zelfs kamers met van die witte hotelslippers en badjas. Maar eerst eens kijken of onze tassen inderdaad inmiddels zijn aangekomen op het station in Zermatt…